Historici en visionairs kijken met professionele afstand tot het hier en nu, om verder terug en vooruit te kijken en onderliggende lange termijn ontwikkelingen te ontdekken. In de hoop op enig begrip van vroeger en richting en voorstellingsvermogen hoe het verder zou kunnen.

       

Leefomgeving Doe-Het-Zelf is de sociale samenhang van deze tijd die je ziet als je anders durft te leren kijken, door drie van die visies als lenzen op elkaar te leggen. Doordat ze vijf paradoxen van deze tijd (potentieel dat zich als probleem toont) zichtbaar maken, wordt duidelijk hoe mensen hun sociaal en politiek burgerschap kunnen versterken. Zoals twee keer eerder in de geschiedenis.

Het giftige geschenk

Futuroloog Peter van der Wel beschrijft het giftige geschenk: het schrift, de eerste informatietechnologie. Iedereen, ook het volk, kon kennis bewaren. Dat versterkte de machtspositie ten opzichte van koning Thamus, die dat levensgevaarlijk vond en het geschenk weigerde. Democratisering van kennis zou tot chaos leiden en de afbreuk doen aan de eerbied voor ouderen, goden en koningen.

Thamus had visie, het schrift kwam er toch en de boekdrukkunst en vervolgens het internet lieten zien dat die visie klopte.

Het is meer dan vooruitgang. De verschuiving van macht in deze decennia is een paradigmashift: vergt een totaal andere (onbevraagde) manier van kijken naar de samenleving. Door internet gaan we ons anders tot elkaar verhouden. De vraag is dan hoe we dat doen. Vanuit het oude denken zien we de chaos die Thamus vreesde, zoals velen in het huidige tijdsgewricht met hem.  Het kan ook anders, met  andere vaardigheden, met minder rationele beheersing en meer creativiteit potentieel zien. Michel Serres schreef over deze ‘humanesence’, van na de derde grote kennisrevolutie: Klein Duimpje. Filosoof Karim Benammar over dat boek ‘De wereld onder de duim’ en het onderwijs:

Ook de zorg wordt anders georganiseerd:

Deze paradigmawissels zien we in steeds meer domeinen, waardoor de samenleving als geheel fundamenteel verandert.

Onderheid en overdanen

Transitieprofessor Jan Rotmans laat zien dat Nederland kantelt door die machtsverschuiving: ‘We leven niet in een tijdperk van verandering. We leven in een verandering van tijdperk. Van onderheid en overdaan.’ Want, kort gezegd, bij een bepaalde mate van verschuiving slaat de balans door. Centrale instituties hebben dan niet meer de macht om het veel te complexe systeem top-down te controleren en leren een nieuwe rol aan. Voorwaarden scheppen voor wat het volk, bottom-up, wil. Niet eens per vier jaar met één stem of af en toe in een referendum. Nee, vloeibaar: altijd en overal.

We leren anders met elkaar omgaan: de leraar coacht de leerling die kennis van internet haalt, de arts begeleidt de patiënt die volgens Google een bijzondere kwaal heeft. Bedrijven hadden de omwenteling als eerste door: die werken vraag gestuurd en inmiddels gepersonaliseerd. Traditionele gezagsdragers zoals politici, bankiers, journalisten weten het stiekem ook wel, maar niet hoe.

Hoe een rups vlinder wordt

Spreker en schrijver Jan Bommerez zoomt in op de volgende fase: hij beschrijft hoe mensen en hun organisaties transformeren. Hoe we met alle nieuwe informatie en verbindingen nieuw potentieel (en de vaak besproken onbenutte 95% creatieve hersencapaciteit) vrijmaken.

Transformatie zoals hij beschrijft is anders kijken en vervolgens ‘see, feel, do’. Niet proberen de feiten te veranderen (probleem) maar je nieuwe uitkomsten voorstellen (potentieel). Legt Rotmans uit waarom we in deze fase onzeker de grip op ons leven en de overheid (en markt) kwijt zijn en ons in de volgende decentraal, horizontaal en bottom-up tot elkaar zullen gaan verhouden. Bommerez maakt voelbaar hoe dat louter van binnenuit kan ontstaan.

Door de behoefte aan grip (illusie) in een egosysteem juist los te laten en bedachte belemmeringen weg te nemen. In het vertrouwen dat in een open ecosysteem co-intelligentie zich toont in de verbindingen. Zoals de schoonheid van een symfonie niet uit de instrumenten komt, maar uit hun samenspel. Want zo werkt de natuur: hoe een rups vlinder wordt, de bouw van een termietenheuvel, een zwerm vogels.

Verwezenlijking

Is de onvrede in de samenleving een signaal van een kantelmoment in de evolutie? Mensen die tot meer dan ooit in staat zijn, maar zich beperkt voelen in het systeem? Mensen die stress ervaren omdat ze proberen de ‘feiten’ te veranderen door te protesteren en inspraak te eisen, of juist onverschillig worden? Mensen die zich laten opjagen om zichzelf te verwezenlijken binnen de competitieve systeemvereisten? Mensen met een missie, veelal sociaal, die worden weggezet als geïndividualiseerde materialisten? De helft van alle Nederlanders doet vrijwilligerswerk. Talloze mensen zijn actief in collectieven omdat ze zich een duurzame, eerlijke, mooiere wereld voorstellen. Met reden.

Derde golf collectieven

Die reden destijds voor collectieven onderzochten onder meer Dirk Holemans en Tine de Moor: gezamenlijk initiatieven van onderaf. Juist in deze tijd komen ze als paddenstoelen uit de grond en dat is geen toeval. Het is de derde golf in de geschiedenis en de derde keer dat dat gebeurt als de overheid zich terugtrekt en de markt faalt. Dan neemt het volk het heft in eigen hand. Ambachtslieden als timmermannen en metselaars in gilden, toen de markteconomie in de steden hun werk onder druk zette. Boeren bijvoorbeeld in coöperaties toen begin vorige eeuw liberalisering en privatisering hun markt verziekten. Toen ook werden de eerste vakbonden opgericht. En in onze decennia van verdere privatisering en afbouw van de verzorgingsstaat waarin prijs, groei en winst belangrijker lijken dan waarde, continuïteit, klimaat en eerlijk delen kennen we ze onder veel verschillende namen zoals broodfondsen, community’s en burgerinitiatieven. De Moor noemt de golfbeweging een ‘early warning system’ voor crisis door disbalans tussen burger, overheid en markt.

Verschillen tussen de drie golven zijn er ook en die kunnen door technologische ontwikkelingen worden verklaard. Gilden hadden weinig organisatiekracht en bleven klein dus waren er veel. Coöperaties (Achmea, Rabo) waren in staat te fuseren tot wereldwijde machten (Friesland Campina met 17000 boeren en ook de FNV met een miljoen leden) en dus minder in aantal. Met de huidige technische mogelijkheden kunnen eenvoudig veel collectieven ontstaan en verdwijnen als pop-up stores, in grote diversiteit (generatie, ideologie, politiek, culturele achtergrond), wat de kracht en kwaliteit ten goede komt.

De verbindende doelen benutten dan de verschillen. Als er een sociale infrastructuur onder ligt die verbinders verbindt en verbanden bestendigt. 

  

0 reacties

Geef een antwoord

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.